16.5 OPVOEDING VAN KINDEREN

 

1. Hoe moeten ouders hun kinderen opvoeden?
Spreuken 22:6 Gewen het kind aan een bedachtzame wandel, en hij zal in den ouderdom daarvan niet wijken.
Efeziërs 6:4 En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heren.

 

2. Hoe ijverig moeten ouders hun kinderen Gods woord leren?
Deuteronomium 6:6, 7
6 En deze woorden, die ik u heden gebied, zullen in uw hart zijn.
7 En gij zult ze uw kinderen inscherpen, en daarvan spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat.
Deuteronomium 11:19 En leert die uw kinderen, sprekende daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat, en als gij nederligt, en als gij opstaat;

 

3. Welk hoog ideaal moet aan de jonge mensen worden voorgehouden?
1 Timotheüs 4:12 Niemand verachte uw jonkheid, maar zijt een voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in den geest, in geloof, in reinheid.

 

4. Welke plicht eist God van kinderen?
Exodus 20:12 Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.

 

5. Wat zal een van de in het oog lopende zonden van de laatste dagen zijn?
2 Timotheüs 3:2 Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig.

 

6. Waarom bestrafte God Eli?
1 Samuël 3:12,13
12 Te dien dage zal ik aan Eli voltrekken al wat ik over zijn huis heb aangekondigd, van het begin tot het einde;
13 want ik heb hem aangezegd, dat ik voor eeuwig het oordeel over zijn huis heb gesproken. Want hij wist dat zijn zonen God lasterden, en hij verweet het hun niet.

7. Hoe moeten de jonge mensen leren, de ouden van dagen te beschouwen?
Leviticus 19:32 Voor het grauwe haar zult gij opstaan, en zult het aangezicht des ouden vereren; en gij zult vrezen voor uw God; Ik ben de HEER!

 

8. Wat zijn enige van de goede vruchten van de behoorlijke opvoeding van een kind?
Spreuken 29:17 Tuchtig uw zoon, en hij zal u gerustheid aandoen, en hij zal uw ziel vermakelijkheden geven

 

9. Wat is het gevolg, wanneer er niet gestraft wordt?
Spreuken 29:15 De roede, en de bestraffing geeft wijsheid; maar een kind, dat aan zich zelf gelaten is, beschaamt zijn moeder.
Spreuken 22:15 De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen.

 

10. Ligt er gevaar in het te lang uitstellen van de bestraffing?
Spreuken 19:18
18 Tuchtig uw zoon, als er nog hoop is; maar verhef uw ziel niet, om hem te doden.
Spreuken 23:13, 14
13 Weer de tucht van den jongen niet; als gij hem met de roede zult slaan, zal hij niet sterven.
14 Gij zult hem met de roede slaan, en zijn ziel van de hel redden.

 

11. Is gepaste bestraffing een bewijs van gemis aan ouderlijke liefde?
Spreuken 13:24 Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging.
Noot: Een moeder die een Christin is, schrijft op de volgende
wijze over het gewicht van de opvoeding van een kind: “Kinderen die men tot mannen en vrouwen laat opgroeien met een onbeteugelde wil, en met hartstochten, die zij niet in toom houden, zullen gewoonlijk in hun later leven een leven leiden, dat God veroordeelt. Het niet behoorlijk onder tucht stellen van de kinderen is in veel gezinnen een vruchtbare bron van kwaad geweest. De jonge mensen zijn niet in toom gehouden, gelijk gedaan had moeten worden. De ouders hebben nagelaten te volgen wat in God’s Woordaangaande deze zaak wordt aangegeven en de kinderen hebben het bestuur in eigen handen . genomen. Het gevolg is dat zij er gewoonlijk in geslaagd zijn, de ouders te regeren in plaats van onder hun gezag te staan. Valse ideeën en dwaze verkeerd geplaatste liefde hebben karaktertrekken doen ontwikkelen, die de kinderen onaantrekkelijk en ongelukkig hebben gemaakt, die het leven van de ouders verbitterd, en hun schaelijke invloed van geslacht tot geslacht heeft uitgestrekt. Ieder king, dat men zijn eigen pad laat gaan, zal God onteren en zijn vader en moeder beschamen,”

 

12. Wie kastijdt de Heer?
Hebreeën 12:6 want wie de Heer liefheeft, die kastijdt Hij, en Hij geselt elke zoon, dien Hij aanneemt".

 

13. Tegen welk kwaad worden de vaders gewaarschuwd?
Kolossensen 3:21 Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.
Noot: Bestraffing moet nimmer in toorn toegediend worden, want toorn in de vader of de moeder verwekt toorn in het kind. Het is goed eerst met het kind te bidden, alvorens het te straffen, en menigmaal zijn goed onderricht, vermaning en gebed alles wat nodig is; Dat is inderdaad de beste terechtwijzing die gegeven kan worden. Maar in enig geval van hardnekkigheid, koppigheid, of eigenwillige ongehoorzaamheid, moet de bestraffing, welke die ook zijn moge, doorgevoerd worden, totdat het kind gewillig buigt voor de wil en de wens van de vader of de moeder. Het is gewoonlijk het best, de bestraffing privaat toe te dienen, daar dit strekt om het zelfrespect van het kind te bewaren, hetgeen een zeer belangrijk element is in het opbouwen van karakters. Geen bestraffing of terechtwijzing moet wreed of beledigend zijn, of gegeven worden met het doel om de wil van het kind te breken; maar eer om de wil te leiden, om het kind de rechte onderdanigheid te leren en het tot besef te brengen van hetgeen goed en plicht is.

 

14. Hoe worden de tegenwoordige uitwerking en de toekomstige gevolgen van kastijding vergeleken?
Hebreeën 12:11 Alle kastijding blijkt voor dat moment niet iets van vreugde te zijn maar van smart; maar later geeft zij
een vrucht van vrede en gerechtigheid af aan wie door haar geoefend zijn.

 

15. Welke vraag moeten alle ontrouwe ouders beantwoorden?
Jeremia 13:20 Hef uw ogen op, en zie, die daar van het noorden komen! Waar is de kudde, die u gegeven was, de schapen uwer heerlijkheid?
Noot: Gelukkig zullen die ouders zijn, die kunnen zeggen: “Zie ik en de kinderen die de Heer mij gegeven heeft,” Zie Jesaja 8: 18