15.2 ZELFZUCHT      

1. Welk groot gebod sluit zelfzucht buiten?
Mattheüs 22:39 En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.

2. Welke zonde wordt in het tiende gebod hiermee verbonden?
Exodus 20:17 Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is.

3. Welke zonden zullen de laatste dagen kenmerken?
2 Timotheüs 3:2 want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedigen, lasteraars, de ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig,

4. Hoe algemeen wordt het eigen belang gezocht?
Filippensen 2:21 Want zij zoeken allen het hunne, niet hetgeen van Christus Jezus is.

5. Wat doet de liefde niet?
1 Korinthiërs 13:4,5
4 De liefde is lankmoedig, zij is goedertieren; de liefde is niet afgunstig; de liefde handelt niet lichtvaardiglijk, zij is niet opgeblazen;
5 Zij handelt niet ongeschiktelijk, zij zoekt zichzelve niet, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad;

6. Hoe worden wij gewaarschuwd, wat zelfzucht betreft?
1 Korinthiërs 10:24 Niemand zoeke zijn eigen belang, maar ieder zoeke dat van zijn naaste.
Filippensen 2:4 Een ieder zie niet op het zijne, maar ook op hetgeen van de
ander is.
Romeinen 15:2 Laat ieder van ons zich richten op het belang van de ander, op wat goed en opbouwend voor hem is.

7. Welk voorbeeld van onzelfzuchtigheid heeft Christus ons achtergelaten?
2 Korinthiërs 8:9 Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden.
Romeinen 15:3 Want ook Christus heeft Zichzelven niet behaagd, maar gelijk geschreven is: De smadingen dergenen, die U smaden, zijn op Mij gevallen.