18.5 HET EEUWIGE LEVEN

1. Welke dierbare belofte heeft God aan Zijn kinderen gegeven?
1 Johannes 2:25 En dit is de belofte die Hij ons heeft beloofd: het eeuwige leven.

2. Hoe kunnen wij het eeuwige leven verkrijgen?
Johannes 3:16 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.

3. Wie heeft het eeuwige leven?
Johannes 3:36 Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.

4. Waar is dit eeuwig durende of eeuwige leven?
1 Johannes 5:11 En dit is het getuigenis: dat God ons eeuwig leven heeft gegeven, en dit leven is in Zijn Zoon.

5. Wat volgt hier dus uit?
1 Johannes 5:12 Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet.

6. Wat geeft Christus aan Zijn volgelingen?
Johannes 10:28 En Ik geef hun eeuwig leven, en zij zullen helemaal niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze rukken uit Mijn hand.

7. Waarom werd de toegang tot de boom des levens na de val voor de mens afgesloten?
Genesis 3:22 De HEER God zei: ‘Nu de mens in de kennis van goed en kwaad als een van Ons is geworden, wil Ik voorkomen dat hij zijn hand uitstrekt en ook van de boom van het leven plukt. Door daarvan te eten, zou hij eeuwig blijven leven!’

8. Wat heeft Christus aan de overwinnaar beloofd?
Openbaring 2:7 Wie een oor heeft, laat hij horen wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, die zal Ik te eten geven van de boom van het leven die in het paradijs van God is.

9. Waarbij wordt het leven van de verlosten vergeleken?
Jesaja 65:22 Zij bouwen niet meer wat een ander zal bewonen en planten niets waarvan een ander eten zal. Want de levensdagen van mijn volk zullen even talrijk zijn als die van de bomen, en mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen.

10. Wanneer zal aan de heiligen onsterfelijkheid gegeven worden?
1 Korinthiërs 15:51-53
51 Zie, ik zeg u een verborgenheid. Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden,
52 in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin; want de bazuin zal klinken, en de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt en wij zullen veranderd worden.
53 Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en deze sterfelijke onsterfelijkheid aandoen.
Noot: Door Christus aan te nemen ontvangt de gelovige “dat eeuwig leven, dat bij de Vader was,” en dit eeuwig leven behoudt hij zolang Christus door het geloof in het hart woont. Deze wonderbare gift kan men verliezen door het geloof niet te handhaven, dat zich aan Christus vasthoudt. Bij de opstanding wordt er onstervelijkheid verleend aan degegenen, die in Christus ontslapen zijn en op die wijze wordt het bezit van eeuwig leven een bllijvende bevinding.