18. HET KONINKRIJK HERSTELD


18.1 HET RIJK DER HEERLIJKHEID

 

1. Wie zal uiteindelijk over Gods koninkrijk heersen?
Micha 4:8 En gij Schaapstoren(Christus), gij Ofel der dochter Sions! tot u zal komen, ja, daar zal komen de vorige heerschappij, het koninkrijk der dochteren van Jeruzalem.

 

2. Wat zei Christus, toen Hem gevraagd werd of Hij een Koning was?
Johannes 18:37 Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.

 

3. Welk aanzien had Christus in Zijn verheerlijking?
Matthëus 17:2 En Hij werd in hun bijzijn van gedaante veranderd; en zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.

 

4. Wie verschenen er verder bij deze gelegenheid?
Matthëus 17:3 En zie, hun verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken.
Noot: In deze miniatuur voorstelling van het koninkrijk van Christus, evenals zijn zegevierende intocht in Jeruzalem (Mattheus 21: 1-9), verscheen Christus als koning; Mozes (Judas 9) stelde de ontslapen heiligen voor, die bij de komst van Jezus zullen opstaan; en Elija (2 Koningen 2: 11) de levende heiligen, die dan ten hemel zullen varen.

 

5. Tot welk doel zal Christus wederkomen?
2 Thessalonicensen 1:10 en zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die Hij uit de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons redt van de komende toorn.

 

6. Waar zullen de heiligen van spreken?
Psalmen 145:11 Zij spreken van uw prachtige koningschap, maken melding van uw machtige daden.

 

7. Hoe standhoudend zal dit koninkrijk wezen?
Psalmen 145:13 Uw Koninkrijk is een Koninkrijk van alle eeuwen, en Uw heerschappij is in alle geslacht en geslacht.