15. TERECHTWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN
15.5 PERSONEN VOORTREKKEN
1. Waaruit heeft God alle volken gemaakt?
Handelingen 17:26 Hij heeft uit een enkele het gehele menselijke geslacht gemaakt om op de ganse oppervlakte der aarde te wonen en Hij heeft de hun toegemeten tijden en de grenzen van hun woonplaatsen bepaald,
2. Voor hoe velen is God goed?
Psalmen 145:9 De HERE is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.
3. Is God een aannemer des persoons?
Romeinen 2:11 Want er is geen aanzien des persoons bij God.
4. Wie wordt door God aangenomen?
Handelingen 10:34, 35
34 En Petrus opende zijn mond en zeide: Inderdaad bemerk ik, dat er bij God geen aanneming des persoons is,
35 maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig,
5. Welke geboden worden er in de schrift gegeven tegen het onderscheid maken bij personen?
Deuteronomium 1:17 Gij zult het aangezicht in het gericht niet kennen; gij zult den kleine, zowel als den grote, horen; gij zult niet vrezen voor iemands aangezicht; want het gericht is Godes; doch de zaak, die voor u te zwaar zal zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik zal ze horen.
Leviticus 19:15 Gij zult bij het rechtspreken geen onrecht doen; gij zult de arme niet begunstigen en de aanzienlijke niet voortrekken: op rechtvaardige wijze zult gij uw naaste berechten.
Psalmen 40:4 Welzalig de man, die de HERE tot zijn vertrouwen heeft gesteld, die zich niet wendt tot de hovaardigen, noch tot hen die naar leugen afdwalen.
6. Waar maken zij, die personen voortrekken, zich aan schuldig?
Jakobus 2:9 Doch indien gij met aanzien des persoons handelt, doet gij zonde en wordt gij door de wet overtuigd van overtreding.
Spreuken 14:21 Wie zijn naaste veracht, zondigt; maar welzalig hij, die zich ontfermt over ellendigen.
7. Door welk beeld wordt deze zonde verduidelijkt?
Jakobus 2:14 Wat baat het, mijn broeders, of iemand al beweert geloof te hebben, als hij geen werken heeft? Kan dat geloof hem behouden?
8. Wat gaf aanleiding tot de aanstelling van diakenen in de eerste Christelijke kerk?
Handelingen 6:1 En toen in die dagen de discipelen talrijker werden, ontstond er gemor bij de Grieks sprekenden tegen de Hebreeen, omdat hun weduwen bij de dagelijkse verzorging verwaarloosd werden.
9. Welke fout maakten Petrus en anderen enige jaren later in hun wijze van handelen?
Galaten 2:11- 13
11 En toen Petrus te Antiochië gekomen was, wederstond ik hem in het aangezicht, omdat hij te bestraffen was.
12 Want eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven af, vrezende degenen, die uit de besnijdenis waren.
13 En ook de andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas mede afgetrokken werd door hun veinzing.
10. Hoe wordt alle nationaal, onheilig, en onrechtvaardig onderscheid tussen mensen in Christus weggenomen?
Galaten 3:27, 28
27 Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed.
28 Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus.
Kolossensen 3:11 waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.