15. TERECHTWIJZINGEN EN WAARSCHUWINGEN


15.12 GEVAAR VAN HET VERWERPEN VAN LICHT 

 

1. Hoe beschouwt God zonden van onwetendheid?
Handelingen 17:30 Met voorbijzien dan van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren,

 

2. Aan wie wordt de zonde toegerekend?
Jakobus 4:17 Als iemand weet hoe het hoort maar er niet naar handelt, dan zondigt hij.

 

3. Hoe leerde Christus dezelfde waarheid?
Johannes 9:41 Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde.
Johannes 15:22 Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde.

 

4. Welk bevel geeft Hij met het oog hierop?
Johannes 12:35-36
35 Toen zeide Jezus tot hen: Het licht is nog een kleine tijd bij u: wandelt, terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalle; wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heengaat.
36 Gelooft in het licht, terwijl gij het hebt, opdat gij kinderen van het licht zijt. ––Dit zeide Jezus, en ging weg en verborg zich voor hen.

 

5. Wie waardeert het licht?
Johannes 3:20-21
20 Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden.
21 Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’