15.10 NIJD, JALOERSHEID EN HAAT

1. Wat zegt Salomo omtrent nijd?
Spreuken 27:4 Grimmigheid en overloping van toorn is wreedheid;? maar wie zal voor nijdigheid bestaan

2. Wat staat er van jaloersheid geschreven?
Hooglied 8:6 Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN.

3. Wat wordt er van iemand, die zijn broeder haat, gezegd?
1 Johannes 3:15 Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende.

4. Wat heeft nijd de Overpriesters met Christus laten doen?
Markus 15:10 Want hij (Pilatus) wist, dat de overpriesters Hem door nijd overgeleverd hadden.

5. Tot het doen waarvan leidde het de Joden in de tijd van Paulus?
Handelingen 13:45 Maar toen de Joden de scharen zagen, werden zij vol nijd, en weerspraken hetgeen door Paulus gezegd werd, tegensprekende en lasterende.

6. Waar nijd en twist is, wat is daar verder nog?
Jakobus 3:16 Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel.

7. Waarom moet het hart zo zorgvuldig bewaakt worden?
Spreuken 4:23 Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.