13. GEBED EN OPENBARE EREDIENST


13.2 OVERDENKING EN GEBED       

 

1. Wat was een van de dingen, die Paulus Timotheüs op het hart drukte?
1 Timotheüs 4:15 Behartig deze dingen, leef daarin, opdat aan allen duidelijk wordt dat je vorderingen maakt.

 

2. Wanneer zei David, zou hij God prijzen met vrolijk zingende lippen?
Psalmen 63:6 Als ik mij te bed leg, zo denk ik aan U; als ik ontwaak, zo spreek ik van U.

3. Wat zal zulke overdenking zijn voor iemand die God liefheeft?
Psalmen 104:34 Mijn overdenking van Hem zal zoet zijn; ik zal mij in den HEERE verblijden.

 

4. Waarin, zegt de psalmist, heeft de man, die welgelukzalig is, zijn lust, en wat overdenkt hij?
Psalmen 1:2 Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.

 

5. Welke tegenstander hebben wij aanhoudend te bevechten?
1 Petrus 5:8 Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.

6. Wanneer wordt de mens verzocht?
Jakobus 1:14 Maar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt.

7. Wat wordt ons gezegd te doen, om niet overwonnen te worden?
Mattheüs 26:41 Waakt en bidt, dat gij niet in verzoeking komt de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.

 

8. Hoe aanhoudend moeten wij bidden?
1 Thessalonisensen 5:17 bidt zonder ophouden,
Romeinen 12:12 Wees blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed,


9. Welke vermaning heeft Christus, opdat wij bereid mogen zijn voor Zijn komst?
Markus 13:33-37
33 Ziet toe, blijft waakzaam. Want gij weet niet, wanneer het de tijd is.
34 Gelijk een mens, die buitenslands ging, zijn huis overliet en aan zijn slaven volmacht gaf, aan ieder zijn werk, en de deurwachter opdroeg te waken.
35 Waakt dan, want gij weet niet, wanneer de heer des huizes komen zal, laat in de avond of te middernacht, bij het hanengekraai of des morgens vroeg,
36 opdat hij niet, als hij plotseling komt, u slapende vinde.
37 Wat Ik u zeg, zeg Ik allen: Waakt!
Lukas 21: 36 Waakt te allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen Te ontkomen aan alles wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des mensen.

 

10. Waarom zijn waakzaamheid en gebed in het bijzonder onontbeerlijk in de laatste dagen?
Openbaring 12:12 Daarom, verheugt u, gij hemelen en wie daarin wonen. Wee de aarde en de zee, want de duivel is tot u nedergedaald in grote grimmigheid, wetende, dat hij weinig tijd heeft