12. CHRISTELIJKE OPWASSING EN BEVINDINGEN
12.4 ZALIGMAKEND GELOOF
1. Wat is geloof?
Hebreeën 11:1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.
2. Van hoe groot belang is geloof?
Hebreeën 11:6 maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.
3. Hoe kunnen wij God alleen waarlijk kennen?
Mattheüs 11:27 Alle dingen zijn Mij overgegeven door mijn Vader en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren.
4. In wie moeten wij geloven om behouden te worden?
Johannes 3:16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
5. Hoe daagt de apostel Jakobus de mensen uit om te tonen wat het bewijs is, dat zij het echte geloof hebben?
Jakobus 2:18 Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt geloof en ik heb werken. Toon mij dan uw geloof zonder de werken, en ik zal u mijn geloof tonen uit mijn werken.
6. Hoe heeft Abraham getoond, dat hij volmaakt geloof in God had?
Jakobus 2:21, 22
21 Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaak op het altaar legde?
22 Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken;
7. Door welk praktisch voorbeeld toont de apostel het verschil aan tussen een oprecht, levend geloof, en een dood geloof?
Jakobus 2:15, 16
15 Stel, dat een broeder of zuster gebrek heeft aan kleding en aan dagelijks voedsel,
16 en iemand uwer zegt tot hen: Gaat heen in vrede, houdt u warm en eet goed, zonder hen echter van het nodige voor het lichaam te voorzien, wat baat dit?
8. Hoe nodig zijn de werken, om een levend geloof te behouden?
Jakobus 2:20-26
20 Wilt gij weten, gij dwaze mens, dat het geloof zonder de werken niets uitwerkt?
21 Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaak op het altaar legde?
22 Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken;
23 en het schriftwoord werd vervuld, dat zegt: Abraham geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
24 Gij ziet, dat een mens gerechtvaardigd wordt uit werken en niet slechts uit geloof.
25 En is niet evenzo Rachab, de hoer, uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boodschappers in huis nam en langs een andere weg liet heengaan?
26 Want gelijk het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder werken dood.
9. Tot het doen waarvan leidt de hoop de mens tot zaligheid?
1 Johannes 3:3 En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is.
10. Op welke voorwaarden worden wij Christus deelachtig gemaakt?
Hebreeën 3:14 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.
11. Op welke voorwaarde heeft God ons reiniging en vergiffenis van onze zonden beloofd?
1 Johannes 1:7-9
7 maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij ons zelf en de waarheid is in ons niet.
9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
12. Waarop grondt zich dan het oprechte, zaligmakende geloof?
Romeinen 10:17 Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus.
13. Wat was de oorzaak van het zinken van Petrus, nadat hij op de woeste zee was beginnen te lopen om de Heiland tegemoet te gaan?
Mattheüs 14:31 Terstond stak Jezus hem de hand toe en greep hem en zeide tot hem: Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?