9. DE SABBAT 


9.9 DE DAG DES HEREN  

 

1. Van welke tijd af was Christus, het woord, verbonden met God, ‘’de Vader’’?
Johannes 1:1, 2
1 In het begin was het Woord en het woord was bij God en het Woord was God.
2 Dit was in het begin bij God.

 

2. Door wie zijn alle dingen geschapen?
Efeziërs 3:8, 9
8 Mij, verreweg de geringste van alle heiligen, is deze genade te beurt gevallen, aan de heidenen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen,
9 en in het licht te stellen wat de bediening van het geheimenis inhoudt, dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen,

 

3. Door wie is de wereld gemaakt?
Hebreeën 1:1, 2
1 Nadat GOD eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot onze vaderen gesproken had door de profeten,
2 heeft Hij nu, op het einde der tijden, tot ons gesproken door de Zoon, die Hij erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat en door wie Hij het heelal heeft geschapen.

 

4. Hoe drukt Paulus nogmaals deze zelfde waarheid uit?
Kolossensen 1:16,17
16 Want in Hem is alles geschapen, in de hemelen en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, tronen en hoogheden, heerschappijen en machten. Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem.
17 Hij bestaat voor alles en alles bestaat in Hem.

 

5. Is er iets gemaakt zonder Christus?
Johannes 1:3 Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat is.

 

6. Werd de Sabbat ‘’gemaakt’’?
Markus 2:27 En Hij voegde er aan toe: ‘De Sabbat is gemaakt om de mens, maar niet de mens om de Sabbat.


7. Door wie werd de Sabbat dan gemaakt?
Door Christus.
Deze gevolgtrekking is onvermijdelijk. Wanneer alle dingen door Christus gemaakt zijn, en er zonder Hem geen ding gemaakt zijn, dan volgt daaruit dat de Sabbat door Christus moet gemaakt zijn. Daar dit zo is , moet de Sabbat de dag des Heren zijn.

 

8. Wat deed God in den beginne op de Zevende dag?
Genesis 2:2 Als nu God op den zevenden dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den zevenden dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had.

 

9. Wat deed God, nadat Hij op de zevende dag gerust had?
Genesis 2:3 En God heeft den zevenden dag gezegend, en dien geheiligd; omdat Hij op dezelve gerust heeft van al Zijn werk, wat God geschapen had, om te volmaken.

 

10. Hoeveel eer komt Christus toe?
Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn één.

 

11. Heeft Christus de Sabbat gehouden?
Johannes 15:10 Al het mijne is van U en het uwe is van Mij. Zo ben Ik in hen verheerlijkt.

 

12. Hielden de volgelingen van Christus de Sabbat na Zijn dood?
Lukas 23:56 En wedergekeerd zijnde, bereidden zij specerijen en zalven; en op den Sabbat rustten zij naar het gebod.

 

13. Hielden zij het na Zijn opstanding?
Handelingen 17:2 En Paulus, gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie Sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften
Handelingen 13:14, 42, 44
14 Van Perge reisden ze verder en bereikten Antiochie in Pisidie, waar zij op de Sabbat de synagoge binnengingen en plaats namen.
42 Toen ze naar buiten gingen, nodigde men hen uit om de volgende Sabbat over hetzelfde onderwerp tot hen te komen spreken.
44 De volgende Sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van God te luisteren.
Handelingen 16:13 Op de Sabbat begaven we ons buiten de poort naar de rivieroever, waar we dachten dat een bedehuis was. Wij zetten ons neer en spraken de vrouwen toe, die er bijeengekomen waren.
Handelingen 18:1, 4
1 En na dezen scheidde Paulus van Athene en kwam te Korinthe;
4 En hij handelde op elke Sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken.

 

14. Op welk dag zegt Johannes was hij in de Geest?
Openbaring 1:10 En ik was in den geest op den dag des Heren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,

 

15. Welke dag zegt het gebod is des Heren?
Exodus 20:10 Maar de zevende dag is de Sabbat des HEEREN uws Gods; dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;

 

16. Door welke Geest hebben de profeten geschreven?
1 Petrus 1:11 Zij vroegen zich af op welk tijdstip en welke omstandigheden de Geest van Christus in hen doelde, toen Hij voorspelde al het lijden dat over Christus zou komen, en de daarop volgende verheerlijking.

 

17. Wat noemt de profeet Jesaja, door deze Geest van Christus voor God sprekende, de zevendedaagse Sabbat?
Jesaja 58:13 Indien gij niet over de Sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de Sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des HEREN van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan,

 

18. Maakt Christus ooit ergens in de Schrift aanspraak op enige andere dag dan de zevende, als de Zijne?
Neen
Wij behoeven niet te gissen, welke dag de dag des Heren is. Indien wij het Woord Gods slechts tot onze leidraad willen nemen, voor getrouwheid waarvoor Johannes naar het eiland verbannen werd. Zie Openbaring 1:9 Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het woord Gods en het getuigenis van Jezus.

 

19. Indien Johannes dus doelde op een dag van de week. Op welke dag moet hij dan in de Geest geweest zijn?
Op de zevende dag
God maakt in de gehele Bijbel geen aanspraak op enig andere dag als zijnde Zijn dag. In de loop van de tweede, derde en vierde eeuw van de Christelijke bedeling, toen de afval aals een vloed inkwam, begonnen de mensen , zonder enige waarborg of gebod uit de Schrift, maar menende Christus erdoor te eren, en de Joden, die Christus gekruisigd hadden, , hoon aan te doen, de Sabbat van het vierde gebod te verwaarlozen, en de dag van de week, op welk Christus uit de doden opstond, de eerste dag, als “ de dag des Heren” te eren, totdat de Sabbat eindelijk bijna geheel en al uit het oog verloren werd, en de Zondag zeer algemeen zijn plaats innam. Maar er was voor deze verandering in de Goddelijke en onveranderlijke wet van God , niet meer machtiging, dan er voor andere dwalingen en veranderingen bestond, welke gedurende deze zelfde tijd in de belijdende christelijke kerk inslopen, zoals het zich onthouden van vlees op Vrijdag ter ere van de kruisiging; Maria dienst, of de aanbidding van de maagd Maria; de mis, het vage vuur; aflaten; gebeden voor de gestorvenen; aanbidding van heiligen; en het menslijke stadhouderschap van Christus. Er bestond niet meer Goddelijk gezag voor het ene als voor het andere. Alle werden als gevolg van de afval ingevoerd. De Bijbel kent slechts één ware en levende God, één Wetgever, één Middelaar tussen God en de mens, één Heer en Heiland Jezus Christus, één gemeente, één Geest, één hoop, één geloof, één doop, en één Sabbat.