8. DE WET VAN GOD 


8.10 DE WET EN HET EVANGELIE 

 

1. Wat is een van de diensten van de wet?
Romeinen 3:20 Want geen mens zal in zijn ogen als rechtvaardig gelden, omdat hij de wet onderhield; de wet doet alleen maar de zonde kennen.

 

2. Welke rol speelt de wet, door op die wijze de zonde, en de daaruit voortkomende behoefte aan een verlosser, te leren kennen?
Galaten 3:24 De wet is dus voor ons een oppasser geweest tot de komst van Christus, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden door het geloof.

 

3. Wat wordt het evangelie verklaard te zijn?
Romeinen 1:16 Voor dit evangelie schaam ik mij niet. Het is een goddelijke kracht tot heil van ieder die erin gelooft, allereerst de Jood, maar ook de heiden

 

4. Wat is de betekenis van de naam, die door de engel voor Zijn geboorte aan de Heer gegeven werd?
Mattheüs 1:21 Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.’

 

5. In wie werd deze macht om zalig te maken van de zonde geopenbaard?
1 Korinthiërs 1:23,24
23 Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor de Joden een aanstoot,
voor de heidenen een dwaasheid,
24 maar voor hen die geroepen zijn, joden zowel als heidenen, is Hij Gods kracht en Gods wijsheid.

 

6. Wat werd er voorspeld betreffende de houding, welke Christus tegenover de wet van God zou innemen?
Psalmen 40:8,9
8 ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, uw wet is in mijn binnenste.
9 Ik verkondig de blijde mare van uw gerechtigheid in een grote gemeente; zie, mijn lippen weerhoud ik niet, HERE, Gij weet het.

 

7. Wat is de eerste belofte van het nieuwe verbond?
Hebreeën 8:10 En zo zal het verbond zijn dat Ik met het huis van Israël zal sluiten, zegt de Heer: Mijn wetten prent Ik in hun geest en Ik grif ze in hun hart: Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn

 

8. Wat is Christus` verhouding tot het nieuwe verbond?
Hebreeën 8:6 Nu echter heeft Hij een zoveel verhevener dienst verkregen, als Hij de middelaar is van een beter verbond, waarvan de rechtskracht op betere beloften berust.

 

9. Hoe wordt ditzelfde werk voor de mens nog anders omschreven?
Hebreeën 8:3,4
3 Want elke hogepriester wordt aangesteld om gaven en offers te offeren; daarom moet ook deze iets hebben, dat hij offert.
4 Indien hij nu op de aarde was, zou hij zelfs geen priester zijn, dewijl er priesters zijn, die naar de Wet de gaven offeren,

 

10. Wat is van de kant van de mens nodig, ten einde al het heil van het werk van Christus te ontvangen?
Romeinen 10:10 want met het hart gelooft men en wordt rechtvaardig, en met de mond belijdt men en wordt zalig.

 

11. Voor het verkrijgen van wat vertrouwde Paulus op Christus?
Filippenzen 3:8-9
8 Sterker nog, ik beschouw alles als verlies, want mijn Heer Christus Jezus kennen gaat alles te boven. Om Hem heb ik alles prijsgegeven. Om Christus houd ik alles zelfs voor vuilnis, als het erom gaat Hem te winnen
9 en een te zijn met Hem, niet met mijn eigen gerechtigheid op grond van de wet, maar met de gerechtigheid die verkregen wordt door het geloof in Christus de gerechtigheid die van God komt en steunt op het geloof.

 

12. In welke verhouding staat de wet tot deze rechtvaardigheid?
Romeinen 3:21 Maar nu is de gerechtigheid, die voor God geldt, zonder de wet geopenbaard, betuigd zijnde door de Wet en de Profeten.

 

13. Doet het geloof, dat rechtvaardigheid aanbrengt, de wet te niet?
Romeinen 3:31 Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen,

 

14. Wat heeft Christus weggenomen?
Johannes 1:29 De volgende dag zag hij Jezus naar zich toekomen en zei: ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt.

 

15. Wat heeft Christus te niet gedaan?
2 Timotheüs 1:10 is zijn genade nu openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het evangelie.


16. Welke verandering is er door het evangelie aangebracht geworden?
2 Korinthiërs 3:18 En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.

 

17. Welke geestelijke uitleg gaf Christus aan het zesde gebod?
Mattheüs 5:21,22
21 Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd: Gij zult niet doden. Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
22 Maar Ik zeg u: Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broeder zegt: raka, zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin, en wie zegt dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.

 

18. Hoe legde Hij het zevende gebod uit?
Mattheüs 5:27,28
27 Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult geen echtbreuk plegen.
28 Maar Ik zeg u: Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd.

 

19. Van welke profetie was deze leer een vervulling?
Jesaja 42:21 Nochtans wil de Heer hem weldoen om zijner gerechtigheid wil, en zijne wet groot en heerlijk maken..

 

20. In welke belofte werd het evangelie aan Abraham gepredikt?
Galaten 3:8 Want de Schrift heeft te voren gezien, dat God de heidenen door het geloof rechtvaardig zou maken; daarom heeft Hij te voren aan Abraham verkondigd: "In u zullen alle volken gezegend worden."

 

21. Op welke grond werd Abraham rechtvaardig gerekend?
Romeinen 4:3 Immers, wat zegt de Schrift? Abraham heeft God geloofd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid

 

22. Welke schriftuurplaats vernietigt alle hoop of rechtvaardiging door middel van werken?
Romeinen 3:20 Daarom zal geen vlees door de werken der wet rechtvaardig worden voor Hem; want door de wet komt kennis der zonde.

 

23. Op welke wijze worden alle gelovigen in Jezus gerechtvaardigd?
Romeinen 3:24 En allen worden zij om niet door zijn genade gerechtvaardigd, krachtens de verlossing die in Christus Jezus is.

 

24. Wordt de gelovigen verwacht in zonde te blijven, nadat dit werk der genade verricht is?
Romeinen 6:1,2
1 Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme?
2 Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven?
25. Wat was de houding, welke Christus persoonlijk tegenover de wet innam?
Johannes 15:10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.

 

26. Welke schriftuurplaats toont aan, dat het overblijfsel van Gods volk het ware begrip zal hebben van de rechte verhouding tussen de wet en het evangelie?
Openbaring 14:12 Hier is de volharding van de heiligen die de geboden van God en het geloof in Jezus bewaren.